Alfa-college

Bekijk de bouwwereld eens door een hololens

Hololenzen, virtuele maquettes, robots. Werken in de bouw is veel meer dan hard werken in weer en wind. Techniek wordt steeds digitaler - en daarmee de bouw ook. Om als student alvast te kunnen oefenen met die kant van de bouw, werken wij intensief samen met bedrijven uit de regio. Want dat is waar je de nieuwste ontwikkelingen als eerste tegenkomt. Het bedrijfsleven versterkt het onderwijs, maar andersom ook. Het werkveld heeft namelijk goed opgeleide techneuten nodig, vooral in deze regio. In ons aardbevingsgebied moet er aan 11.000 huizen iets gebeuren. En dat op een duurzame manier. De toekomst van de bouw ligt dus in jouw handen!

Het verhaal van Van Wijnen en Alfa-college lees je hieronder.

Van Wijnen

  • Van Wijnen en Alfa-college

    Bekijk de bouwwereld eens door een hololens


    Hoe de bouw overgaat van hard werken in weer en wind, naar hololenzen, virtuele maquettes en robots


    “Kijk, nu staan we middenin de tiny house”, vertelt Bouwkundedocent Kees Huising. Kees draagt een hololens. Op het televisiescherm achter hem valt te zien hoe de virtuele wereld eruitziet waar de docent met zijn augmented reality-bril in staat. Kees draait wat met zijn hoofd, maakt met zijn vingers een openende beweging in het luchtledige. “Hier staat die ingebouwde kast, ik zal ‘m even wat inzoomen. Oh, ik zie nu dat ik de vloer wat te hoog heb gelegd. Dat zal ik zo nog even aanpassen.” Kees is één van de enthousiaste en leergierige docenten waar Techniekdirecteur Marion Arends zo trots op is: “Het werkt heel aanstekelijk om de passie van onze docenten te zien. En ik vind het ontzettend mooi om te ervaren hoe studenten dat overnemen van hun docenten.”


    Hololenzen, virtuele maquettes, robots. Bouwkunde is allang niet meer hard werken in weer en wind, met vieze handen terwijl je in de modder staat. Digitalisering krijg een steeds grotere rol binnen de wereld van techniek - en dus ook binnen de bouw. “Die digitale ontwikkelingen zijn ook hard nodig”, vertelt Joost Coolegem, directeur van bouwbedrijf Van Wijnen. “Natuurlijk is met je voeten in de klei op een bouwplaats nog steeds onderdeel van ons vak, maar we proberen steeds meer hard werk, zoals stukadoren en metselen, door mensenhanden te laten doen. Bepaalde onderdelen pre-fabriceren we onder goede omstandigheden en robots kunnen ook heel wat zwaar mensenwerk uit handen nemen.

    Digitalisering en robotisering biedt voor de bouw veel kansen. Zo kunnen we dingen slimmer aanpakken. En meer doen met minder mensen.

    Hoe gaaf is dit
    En dat is heel belangrijk, want er is een grote schaarste aan mensen in de techniek, zo ook in de bouw. “Misschien is het imago niet sexy genoeg”, gaat Joost verder. “Mensen weten waarschijnlijk niet hoeveel innovaties er spelen. En dat we daarmee een fantastisch vak hebben waarmee we mooie dingen kunnen maken. Een gebouw lijkt soms heel vanzelfsprekend, maar er zit ontzettend veel denkwerk, creativiteit en samenwerking in. Techniek is daarbij essentieel. Hoe gaaf is het om zoiets te bouwen?”, lacht Joost, terwijl hij wijst naar het Alfa-college gebouw waar hij in staat. 

    BIM: een virtuele maquette
    De mensen die wél voor techniek kiezen, kunnen een werkveld verwachten waarin niet alleen veel kans is op een goede baan, maar ook waarin er veel nieuwe ontwikkelingen spelen: “Het Bouw Informatie Model (BIM) is zo’n grote nieuwe ontwikkeling”, vertelt Joost. “BIM is een innovatieve manier van samenwerken. Je kunt het zien als een soort virtuele maquette, waarin iedereen die betrokken is bij de bouw van een gebouw zijn eigen aandeel bewaakt. Als het formaat van een kozijn bijvoorbeeld aangepast moet worden, dan kun je dit direct in het BIM doen en krijgt de kozijnenmaker een seintje. Een hele efficiënte manier van samenwerken, dat de nodige fouten voorkomt. Door BIM zijn onze faalkosten gedaald van 10% naar 2%. In de toekomst zal er nog veel meer met BIM gewerkt worden. Daarom is het belangrijk dat er binnen het onderwijs al met dit systeem geoefend wordt.”

    Docenten zelf op stage
    Gepassioneerde docenten als Kees zijn in die wisselwerking tussen het bedrijfsleven en het onderwijs essentiële schakels. Bedrijven als Van Wijnen hebben veel contact met docenten om te kijken hoe de opleiding aan kan sluiten op de praktijk. “We gaan daarbij zelf ook wel eens op stage binnen een bedrijf”, vertelt docent Kees. “Het is niet alleen belangrijk voor studenten om de laatste ontwikkelingen mee te krijgen binnen een bouwproces, maar ook voor docenten. Onze docenten lopen actief mee met bedrijven en dat is volgens mij wel redelijk uniek. En ook één van de leukere dingen van mijn vak”, glundert Kees.

    Fieldlab Practice
    Omdat die intensieve wisselwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven zo hard nodig is om goede vakmensen aan het werkveld af te kunnen leveren, heeft het Alfa-college hiervoor zelfs een speciaal programma in het leven geroepen: Fieldlab Practice. Programmamanager Geert Berghuis: “Fieldlab Practice is een samenwerkingsverband met regionale bouw- en installatiebedrijven en wil opleidingen vernieuwen, door zo goed mogelijk aan te sluiten op het bedrijfsleven. In het bedrijfsleven kom je de nieuwste ontwikkelingen als eerste tegen, daar moet je dus zijn om die toe te kunnen voegen aan het onderwijs. We vragen bedrijven: wat moet er in de opleiding komen? Wat is nou toekomstbestendig vakmanschap? En wat voor rol zouden jullie als bedrijf kunnen spelen in de uitvoering daarvan?”

    Meer gemotiveerde jonge mensen
    Het resultaat van die hechte samenwerking: aangepaste opleidingen die de nieuwste ontwikkelingen in zich hebben. Als studenten bijvoorbeeld een uitvoeringsplan moeten schrijven, dan kunnen ze een voorbeeld gebruiken wat Jorritsma Bouw ons aanleverde. Of ze worden betrokken bij het verduurzamen en vernieuwbouwen van woningen in Selwerd, zodat ze direct in de praktijk kunnen leren. Dat zorgt voor veel aantrekkelijker en motiverend onderwijs, met minder uitval. Waardoor de branche straks ook meer gemotiveerde jonge mensen krijgt.”

    Aan 11.000 beschadigde huizen in regio Groningen moet er iets gebeuren. Dat betekent veel werk voor technici uit de bouw en installatietechniek. Waterstofwedstrijd van Fred en Fred
    Ook programmamanager Geert merkt hier het belang van leergierige docenten: “We doen van alles om die leergierigheid te stimuleren. Twee docenten, genaamd Fred en Fred, meldden zich bijvoorbeeld een keertje bij Fieldlab Practice. Zij wilden graag met waterstof aan de gang, omdat dit een belangrijke ontwikkeling is binnen de energietransitie en ze vonden dat studenten daar ook over moesten leren. Hun idee hebben we mogelijk gemaakt: ze schaften een waterstofinstallatie aan en laten de studenten nu deelnemen aan een wedstrijd voor modelauto’s met verschillende brandstofbronnen. Zij leren zo bijna spelenderwijs over het belang van waterstof en hoe je dat kunt inzetten. Op een hele enthousiaste manier weten ze hun studenten te motiveren. De docenten werken samen met belangrijke leveranciers uit de regio, zoals Holthausen. Zo’n project is precies waar Fieldlab Practice voor bedoeld is. Een schoolvoorbeeld uit de praktijk”, lacht Geert.

    Bevingsbestendig bouwen
    Een groot thema voor Fieldlab Practice is bevingsbestendig bouwen. In de regio van Groningen beschadigen aardbevingen door de gaswinning veel gebouwen en woningen. Toekomstig bouwpersoneel zal hier in de regio hun handen aan vol hebben: “Aan 11.000 huizen in deze regio moet er iets gebeuren. Dat betekent veel werk voor technici uit de bouw en installatietechniek, want bevingsbestendig bouwen vraagt om specifieke vakkennis”, vertelt Marion Arends, Techniekdirecteur van het Alfa-college in Groningen. “Zij zullen daardoor ook veel te maken krijgen met duurzaam bouwen. Als je een huis toch moet gaan vernieuwen, kun je dat namelijk maar beter direct op een duurzame manier doen.”

    Grote vraag naar kennis duurzaamheid
    Eén van de huidige Bouwkundestudenten, Florent Ahmethi, merkte op zijn stageplek bij een architectenbureau al hoeveel behoefte er is aan studenten die op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen: “Er is een grote vraag naar kennis op het gebied van duurzaamheid. Met die kennis kunnen wij een bedrijf verder helpen op dat gebied. Zo deed ik bijvoorbeeld een duurzaamheidsonderzoek bij mijn stagebedrijf, waar ze veel aan hebben gehad.” Techniekdirecteur Marion gaat verder: “We vinden het dan ook belangrijk onze studenten zoveel mogelijk op het gebied van duurzaamheid te leren. Ze kunnen in ons schoolgebouw al werken met zonnepanelen en warmtepompen, bijvoorbeeld. En we hebben een BIM-praktijklokaal waar studenten van verschillende opleidingen oefenen met dit systeem.”

    Elkaar versterken
    En bij dit BIM-praktijklokaal komt docent Kees weer de hoek om kijken. Hij introduceerde BIM ooit bij zijn eigen opleiding Bouwkunde, maar is inmiddels al een soort BIM-ambassadeur geworden voor alle technische opleidingen. Bijvoorbeeld voor de nieuwe opleiding Installatietechniek niveau 4. De eerste lichting Installatietechniekstudenten gaat namelijk leren hun eigen aandeel in deze virtuele maquette te beheren - de zogenoemde ‘MEP’-stap (Mechanical, Electrical, Plumbing). Zo leren verschillende techniekdisciplines in één digitaal model samen te werken. Dankzij Kees heeft het Alfa-college sinds een tijd ook een tweejaarlijks terugkerende platformbijeenkomst, genaamd Platform BIM Alfa-college. “Het binnenhalen van het bedrijfsleven in school was pure noodzaak”, vertelt Kees. “Zoiets was nodig om kennis binnen te kunnen halen voor onze opleiding. Tijdens deze bijeenkomsten delen we wat we zelf doen qua ontwikkelingen en regionale bedrijven doen dat ook. De bereidheid om kennis te delen is gelukkig heel groot in het noorden. Op deze manier is er al een redelijk groot netwerk ontstaan. Een mooie manier om elkaar te kunnen versterken.”

    Elkaar uitdagen met nieuwe innovaties, zodat we beide vooruit komen. Met passie een levenlang leren
    En dat is precies wat het bedrijfsleven ook voor ogen heeft met deze intensieve samenwerking met het Alfa-college: “Elkaar uitdagen met nieuwe innovaties, zodat we beide vooruit komen”, sluit Van Wijnen directeur Joost af. Welke kant dat ‘vooruit’ opgaat? Docent Kees schetst een beeld: “Over een jaar of vijf denk ik dat je software al kunstmatig kunt laten nadenken in BIM. Dat wij er een concept in stoppen, kunstmatige intelligentie met miljoenen ideeën op de proppen komt en wij daar de beste componenten uit kunnen halen. Robots aansturen naar aanleiding van een BIM-model is denk ik ook goed mogelijk. Het bouwlandschap gaat er heel anders uitzien. Bouwpersoneel op de werkvloer loopt over een tijdje ook standaard rond met zo’n hololens, zodat ze direct kunnen zien hoe iets eruit moet komen te zien, verwacht ik.”

    De belangrijkste eigenschap voor nieuwe Techniekstudenten is volgens Van Wijnen directeur Joost dan ook: “Leren leren, bijblijven, open staan voor nieuwe technieken. Want wat je vandaag leert is morgen verouderd. Dan is het wel heel mooi als je je passie hebt gevonden in de techniek. Want als je die passie hebt, dan heb je ook de energie om een leven lang in dit vak te blijven groeien.”

     

  • Dat mag ook in de krant!

    Heb je ons ook al in de krant gespot? Deze mooie advertorial verscheen op 19 januari in het Dagblad van het Noorden.
     

    Van Wijnen advertorial

     

  • Bekijk de beelden

    Wil je weten hoe wij samen techniek bewegen in de regio? Bekijk ons filmpje.

Heeft deze informatie jou geholpen?

niet goed erg goed